Statcounter

maandag 15 januari 2018

Donderdag 22 juni: Can Tho en Ben Tre

Om 5 uur werden we opgehaald door de gids. Een aardige jongen die redelijk Engels sprak. De boot werd bestuurd door een enorm enthousiaste al wat oudere vrouw die heel de weg vrolijk bleef lachen; ook toen het op de terugweg keihard ging regenen en waaien.  We liepen over de markt die al in volle bedrijvigheid was naar de boot en voeren in een uurtje naar de drijvende markt van Cai Ran terwijl de zon achter ons opkwam.


Eigenlijk is de markt een groothandel waar kleinere boten hun inkopen komen doen. De verkopende handelaren wonen vaak op hun boot en blijven een paar dagen op de markt liggen tot ze uitverkocht zijn. De boten zien er over het algemeen niet al te groot en goed onderhouden uit en we kunnen ons bijna niet voorstellen hoe het is om zo te leven.



In de masten van de boten hangen de produkten die ze verkopen zodat je van afstand al kunt zien waar je moet zijn voor de produkten die je wilt hebben. Een heel slim systeem waardoor je nooit lang naar de groenten en het fruit dat je wilt hebben hoeft te zoeken.



We voeren een paar keer heen en weer over de markt zodat we alles goed konden zien en schoven toen langszij bij een bootje waar noodlesoep verkocht werd. Zo grappig om mee te maken. In het bootje zaten een man en een vrouw bij een flinke pan soep. Vanuit je eigen boot bestel je en vervolgens worden kommen soep doorgegeven naar degene die besteld heeft. Met flink wat servetjes om de hete kom vast te kunnen houden en uiteraard stokjes om mee te eten.
Ook nog een kunst apart om niet te knoeien terwijl je in een schommelende boot met een hete kom in je hand met stokjes eet.



De markt is in de afgelopen jaren steeds kleiner geworden en dreigt te verdwijnen. Onze gids denkt dat de markt misschien nog voor de toeristen in stand gehouden gaat worden, maar de plannen zijn nog niet concreet.

Na de markt gingen we door de kreken in de buurt naar o.a een rijstvelfabriekje en een cacao plantage, waar de eigenaar ons liet zien hoe je met minimale middelen chocolade maakt.


Muoi Cuong heeft de cacaoplantage van 1,2 hectare van zijn vader geërfd. Hij onderhoudt inmiddels niet alleen de plantage, maar heeft zich ook op het toerisme gestort met een homestay en het ontvangen van chocolade liefhebbers. Cuong heeft zichzelf namelijk met behulp van een oud Frans boek geleerd hoe hij chocolade kan maken. Na een lang proces maakt hij inmiddels op kleine schaal chocolade die hij alleen in zijn eigen kleine winkeltje verkoopt.
We waren maar samen en kregen dus privé uitleg. We begonnen met een beker chocolademelk, naar keuze koud of warm. Het was bloedheet, dus die keuze was niet moeilijk. Doe ons maar de koude versie. De chocolademelk werd met ijsklontjes geserveerd en was erg lekker. We kregen er een stukje chocolade bij en die smaakte ook prima. Een volle chocoladesmaak en ondanks de 70 % cacao niet te bitter.


Cuong liet ons vervolgens de diverse producten zien (cacoapoeder, cacaoboter, cacaomassa, cacaonibs en cacaowijn) die hij produceert en legde uit hoe het proces in zijn werk gaat.
Het groeien van een cacaovrucht duurt ongeveer 3,5 maand. Er kan het hele jaar geoogst worden, maar in november/december is de oogst het grootst. De cacaobonen verkoopt hij aan chocoladefabrieken in Frankrijk, Belgie en op kleine schaal aan Marrou in Vietnam..



Na de oogst worden de bonen eerst 7 dagen gefermenteerd. De bonen en het vruchtvlees worden tussen bladeren gelegd; er komt een gistproces op gang en de bonen krijgen een roodbruine kleur. Daarna worden de bonen 5 dagen (of langer als er weinig zon is) in de zon te drogen gelegd. Dan worden de bonen boven houtvuur in een molen geroosterd (net als koffiebonen).


De geroosterde bonen worden gebroken en de dan verkregen cacaonibs worden tussen een soort molenstenen vermalen. Op de bovenste schijf met een gat er in worden een beetje cacaoboter en veel cacao nibs gelegd.
Als de schijf draait worden de cacao nibs steeds in het gat geduwd waar ze op een draaischijf belanden. Door de wrijvingswarmte smelten ze het en loopt de chocolade langs de steen. Daar wordt het opgevangen in de metalen bak die om de schijven heen zit.



Daarna kan de chocolade in cacaopoeder en cacaoboter gescheiden worden. Dit gebeurt met een hydrolische pers door de gesmolten chocolade in een doek te doen en die heel langzaam uit te persen in een soort cilinderzeef. In de doek blijft een harde klomp over die bewerkt wordt tot poeder.
Muoi Cuong maakt ook cacao wijn die we ook mochten proeven. De wijn was licht van smaak en je proefde inderdaad de cacao. Lekker!


Na de cacaoplantage voeren we door de kreken naar een familiebedrijfje waar rijstvellen en noodles gemaakt worden. We legden aan bij een steiger en liepen een paadje af naar de werkplaats. dit zouden we zelf nooit gevonden hebben, want het was midden tussen een paar huizen in een buitengebied van Can Tho. Eigenlijk in the middle of nowhere voor ons gevoel.

De rauwe rijst wordt eerst geweekt in water. Het wordt dan een soort dunne pap. Deze pap wordt met een pollepel dun uitgesmeerd over een doek die over een pan met kokend water gespannen is. De rijstpap wordt op deze manier gaar gestoomd. Zodra de pap uitgesmeerd is wordt de doek afgedekt met een deksel en in een paar minuten gegaard. Zodra de deksel van de pan gaat wordt het rijstvel met een soort bamboe knuppel van het doek gerold en te drogen gelegd op een gevlochten bamboe mat.


De pan wordt d.m.v. een vuurtje verwarmd. Als er genoeg is worden er rijstvliesjes gebruikt, maar er lag ook een enorme voorraad oude lappen die op het moment dat wij er waren gebruikt werd om te stoken.

Zoals in de meeste werkplaatsen die we bezocht hebben zag het er ook hier niet bepaald schoon en hygiënisch uit.


De gids liet ook nog even zien hoe rijstnoedels gemaakt wordt. Een gedroogd vel wordt door een soort wringer heen gehaald en zo in slierten gesneden. Maarten mocht helpen de mie op te vangen, want alle noedels die op de grond vallen kunnen niet meer gebruikt worden.


Op de terugweg begon het al vrij snel hard te regenen. De vrouw die de boot bestuurde trok haar wegwerpregencapeje aan en bleef net zo vrolijk als op de heenweg in de zon. Er was al een kap opgezet toen we bij de boot terugkwamen en toen het harder ging regenen werden ook de zeilen aan de zijkanten omhoog getrokken. Daar viel hier en daar nog een flinke kakkerlak uit, die met een boogje overboord werden geslingerd.


Het zou de rest van de dag blijven regenen en we besloten de receptie te vragen of de rugzakken ergens konden staan na het uitchecken zodat we eerst iets konden gaan eten. Dan hoefden we net gelijk met de rugzakken de regen in. Dat was geen enkel probleem en dus spetterden we door de plassen in onze regencape naar het eerste restaurant dat we tegenkwamen: restaurant Nhà hàng Cồn Khương.

Je zit daar heel leuk aan het water en ondanks dat het erg rustig zaten we er gezellig. Vooraf aten we heerlijke loempias met gehakt en alweer een lekker kruid ernaast. Daarna had ik kikkerbillen met chili en citroengras die ok waren en Maarten had fried calamaris, maar die waren ongekruid en niet lekker.



Na het eten haalden we de rugzakken op en regelde de receptionist van het hotel een taxi. Ook hier was het personeel van het hotel weer ontzettend vriendelijk en behulpzaam.
Op het busstation kochten we kaartjes naar Ben Tre te gaan. De bus vertrok keurig om 2 uur. Ook vandaag werden er direct weer (lauwe) flesjes water uitgedeeld en was er tijdens de lunch een tussenstop. We moesten ongeveer een uur voor Ho Chi Minh city uitstappen en kregen keurig netjes een seintje toen het zover was. Er was geen bushalte en we hadden geen idee hoe we verder konden. We besloten maar gewoon langs de weg te gaan lopen en dan te kijken of we een taxi konden vinden. Na een paar honderd meter stond er inderdaad een taxi die ons naar het Riverside resort  in Ben Tre gebracht heeft, waar we rond half 6 aankwamen. Ook hier hadden we weer een fijne kamer met mooie bedden. We zijn gelijk maar even gaan zwemmen in het heerlijke zwembad van het hotel, vlak naast de rivier.



Het was te laat om nog op zoek te gaan naar een tourburo om een tourtje te boeken voor morgenochtend. De receptie wist wel een tourguide en daar spraken we mee af om ons morgen om 9 uur in een boot mee te nemen voor een tochtje door de omgeving met wat stops bij een kokossnoepjesfabriek, een tropische tuin en een lunch. Tijdens de tour zou de gids dan de bus naar Saigon regelen zodra we wisten hoe laat we precies klaar zouden zijn. Omdat we om half 11 moesten uitchecken was het plan de rugzakken tijdens de tour in het hotel te laten.

We gingen enthousiast met de taxi op weg naar de nightmarket om daar te eten, maar daar bleek niets aan. Binnen 5 minuten hadden we het gezien. Vooral goedkope rommel, kleding, wat groenten en fruit en schoenen. Er was ook bijna niemand Wij hoopten natuurlijk op een leuke foodmarket. Die was er dus niet. We gingen op zoek naar een leuk eettentje, maar dat viel nog niet mee.
Gelukkig vonden we een pho zaakje dat erg druk was. Er werd alleen maar Pho geserveerd en dat hadden we nog nooit gegeten. Zodra we gingen zitten kregen we een mand met kruiden en bladeren voor ons neus. Ook kregen we een bordje geblancheerde tauge, knetterhete gehakte pepers, limoentjes, chilisaus en hoisinsaus. Binnen 5 minuten hadden we een dampende kom bouillon voor ons neus met ernaast een kommetje noodles. De bedoeling is dan dat je alle ingrediënten naar eigen smaak in de bouillon doet.


De eigenaar stond steeds op de loer om te kijken of het wel goed ging aan ons tafeltje en de hilariteit was groot toen ze Maarten zijn gezicht zagen toen hij proefde hoe heet de pepers waren. De soep was erg lekker, maar vooral de ervaring was erg leuk.
Het was nog even zoeken naar een taxi om weer terug naar het hotel te komen, maar uiteindelijk vonden we er 1 en rond half 10 waren we terug op de hotelkamer.

Vrijdag 23 juni: Ho Chi Minh City

Na een vrij waardeloos ontbijt (buffet, niets echt lekker) stond de taxi keurig om 9 uur voor de deur. Een paar minuten later was de gids er ook. Die had halsoverkop uit bed moeten springen omdat zijn zus vergeten was door te geven dat hij een tour moest doen. Toen de gids onderweg hoorde dat we na de tour de bagage op moesten halen zei hij direct tegen de taxichauffeur dat we terug naar het hotel zouden gaan om de bagage op te halen. We mochten de bagage wel bij zijn guesthouse leggen en hij zou dan ook voor ons het verdere vervoer regelen.
Nadat we de bagage afgegeven hadden reden we door naar de boot. We waren speciaal naar Ben Tre gegaan om van daaruit een tour te kunnen doen, maar nu vertrokken we alsnog vanuit My Tho. Achteraf hadden we dus net zo goed daar een hotel kunnen boeken. Maar goed; we hadden een vrij grote boot waar makkelijk 20 man op kon voor ons zelf met de gids en de bestuurder van de boot. We bleken naar Unicorn Island te gaan, een bekende toeristenattractie. We hadden door de telefoon niet zo goed begrepen wat we nu precies gingen doen en ook geen keus dus we lieten het maar over ons heen komen.


We kunnen wel stellen dat het nogal een toeristisch uitstapje was. Het was er erg druk met grote groepen mensen en we werden van attractie naar attractie gebracht. De gids deed in het begin nog wel zijn best iets te vertellen, maar was halverwege de tour vooral gehaast en enorm met zijn telefoon in de weer. Hij had ook al laten weten niet goed te begrijpen waarom mensen deze tour wilden doen. Dat kon ik me dan wel weer voorstellen, maar enig enthousiasme naar ons toe was gepast geweest. We kregen sterke thee met diverse soorten fruit, die allemaal vrij hard waren.


Er kwam een folkloristisch bandje optreden en daarna liepen we in een stroom door naar een steiger waar we in de rij gingen om in een klein bootje te stappen. Op zich best leuk als het niet zo druk was geweest. Na een paar minuten werden we uit het bootje geladen en stopten we bij een kokos snoepjes fabriekje. Een openluchtwerkplaats waar snoepjes van kokos worden gemaakt heeft natuurlijk mijn interesse. Superleuk om te zien. Ik had hier best wat langer willen blijven.


We kregen net de kans om foto’s te maken en iets aan uitleg los te peuteren, maar daarna moesten we snel verder naar een bijenfarm. Daar zaten we tussen de wespen (of bijen?) en konden we proeven van honing produkten. Uiteraard was alles ook te koop. De farm zelf kregen we niet te zien. Na een paar minuten wilden we daar wel weer weg en gingen we terug naar de eerste boot.

Na een tijdje varen stapten we over in een kleinere boot en daarmee voeren we naar de homestay van de gids. We mochten de hotelkamer waar de bagage was opgeslagen gebruiken. Die was zo primitief dat ik daar zelfs 20 jaar geleden niet graag had overnacht. Maar voor nu was het fijn dat de bagage er kon blijven.


We hadden er een uur tijd en we zijn maar een rondje gaan lopen. Dat uur vonden we ook niet echt nodig tijdens een excursie. Dan hadden we liever nog wat meer gezien. De temperatuur was gelukkig redelijk aangenaam vandaag, maar inmiddels was het klef aan het worden en ging het zacht regenen. De gids zou om 12 uur eten serveren op het grote terras. Hij adviseerde ons nog van alles bij te bestellen. Vooral de garnalen waren erg lekker zei hij. Je kon er ook slang, eekhoorn, alligator enz bestellen. Wel behoorlijk duur voor Vietnamese begrippen. We besloten eerst maar eens te beginnen met de lunch die bij de tour inbegrepen was en dat bleek meer dan ruim voldoende. We kregen verse springrolls met Elephant ear fish uit de mekong delta, opgeblazen plakrijst, gebakken rijst met omelet, 2 stukjes gegrilde kip, 4 loempiaatjes en soep. Allemaal prima. In orde. Ik had die  Elephant ear fish thuis al op mijn lijstje staan, maar hij bleek niet zo heel bijzonder en erg graterig. Wel heel leuk om gegeten te hebben.


Na de lunch regelde onze gids 2  motortaxi’s en met de rugzak achterop  de motor achterop reden we in ongeveer 15 minuten naar de bushalte. Na een paar minuten kwam om 13.00 uur de bus, dus dat was lekker.


We hoefden niet zo lang in de bus te zitten deze keer. Na een uur en 45 minuten kwamen we bij de eindhalte in Ho Chi Minh en namen we een taxi naar het Sunland hotel. Dat duurde best lang want het was druk. Rond half 4 waren we in het hotel. We hadden een erg mooie kamer met uitzicht op de rivier. In de bus begon het al flink te regenen. Tussendoor was het even droog  maar aangekomen in het hotel barstte het weer los.



We hebben het plan om te gaan zwemmen maar laten varen en zijn eerst het hotel gaan bekijken. Grappig in dit hotel is dat er onderin het hotel een capsule hotel zit. Het ziet er heel futuristisch uit. Je deelt badkamer en toilet en slaapt in een soort capsule.

Aan het eind van de middag heb ik Maarten bij een massagesalon afgezet en ben ik doorgelopen om de buurt een beetje te verkennen. Ik kwam op de terugweg langs een Russisch supermarktje. Leuk om even doorheen te snuffelen.

Rond 20.15 uur vertrokken we met een taxi richting Chinatown. We wilden naar de Binh Tay markt, maar eenmaal afgezet bij de markt bleek die dicht wegens renovatie. Dan maar Chinatown in en kijken of we ergens pekingeend ofzo konden eten, maar we konden het allemaal niet vinden. Ook internet kon ons niet echt wijzer maken, dus toen hebben we maar een taxi gepakt naar andere straat waar ze diverse soorten streetfood zouden hebben. In de taxi bleek dat we dan helemaal naar de andere kant van de stad moesten en daar hadden we niet zo’n zin meer in. We zochten een ander adres uit in ons lijstje van streetfoodstraten en lieten ons in een dichterbij gelegen straat afzetten. Die bleek vlak achter het hotel te liggen. Eenmaal daar ging het keihard regenen. We strandden in een eethuisje een paar honderd meter van het hotel. Erg Vietnamees en geen Engelse kaart. Superleuk.
We bestelden een gerecht dat op een plaatje aan de muur hing (bleek het duurste van de kaart te zijn; een soort koude gehaktbal en niet echt lekker) en een noedelschotel die we op een andere tafel zagen. Die was gelukkig wel erg lekker.


We hadden ook een bakje vliespinda’s gekregen en dat waren echt de lekkerste pinda’s ever. Vlak voor het eten geserveerd werd viel het licht uit en werden er kaarsen op de tafel geplakt met kaarsvet.


Heel gezellig. Opvallend was dat er overal bier onder de tafels werd gezet. Je rekent dan af wat je gedronken hebt. Dit hebben we later nog vaker gezien. Soms ook in een bak water met ijs. Hier kreeg je gewoon een warm biertje of colaatje en werd er een staaf ijs ingezet.


Er kwam op een gegeven moment ook een bierkoerier binnen, met een paar extra trays bier op zijn schouder. Later ging het licht weer aan. Tussendoor werd er van alles verhuisd. Hele tafels met eten en drinken er nog op werden over de etende mensen heen naar buiten gedragen waardoor het binnen steeds leger werd.

We bleken te weinig geld in de portemonnee te hebben en ik had de reserveportemonnee niet bij me, dus ik ben terug naar het hotel gelopen om geld te halen.


Terug in het hotel dronken we bij de rooftopbar met prachtig uitzicht over de stad nog een cocktail en om 00.30 uur rolden we moe ons bed in. Het was een lange dag vandaag. 



Zaterdag 24 juni: Ho Chi Minh City

Om half 9 waren we in de ontbijtzaal waar het behoorlijk druk was. Ook hier weer een uitgebreid buffet, maar niet echt lekker.


Na het ontbijt is Maarten nog even op bed gaan liggen. Hij is al een paar dagen verkouden en daardoor een beetje brak.

Vanuit het raam van de kamer filmde ik een stukje voor een indruk van de herrie in de stad. Het verkeer raast dag en nacht door en er is altijd getoeter.


Om 11.15 uur waren we bij het station en we konden gelijk de trein in. Dit was de trein die we thuis geprobeerd hadden te boeken. In de wagon waren voornamelijk 2 zitters; voor- en achteruit. In het midden waren 2 bankjes tegenover elkaar en daar zaten wij. Daar waren we niet zo blij mee, want er zaten ook voetsteunen aan de banken. Je zat dus met je benen ongeveer tussen de benen van de overburen. Niet heel comfortabel als je uren in de trein moet zitten. Als er niemand tegenover ons had gezeten was dat voetenbankje juist weer heel lekker geweest. De stoelen konden ook nog naar achteren. Daardoor zit degene achter je dan weer ongemakkelijker. Maar de Vietnamezen zijn wel wat gewend.



Onderweg naar de restauratiewagen kwamen we door de wagon met houten banken. Daar lagen ook nog mensen op rieten strandmatjes op de grond onder de banken tussen half leeg gegeten kommetjes eten. Dus eigenlijk hadden we niets te klagen natuurlijk. Maar ik heb sinds mijn trombosebeen van een paar jaar geleden toch liever wat meer ruimte tijdens lange zitten.We aten wat rijst met zurige groenten en wat vlees en dat was redelijk.



We waren blij toen we om half 9 eindelijk op station Nha Trang kwamen waar we eruit mochten. We pakten weer voor een paar euro de taxi en werden bij hotel An Vista.  Alle verplaatsingen lopen eigenlijk steeds vlekkeloos. Mensen zijn heel behulpzaam en er is altijd wel iemand die begrijpt wat er moet gebeuren.

In het hotel kregen we een upgrade naar de honeymoonsuite. In eerste instantie waren we daar blij mee, maar het bleek toch een klein beetje tegen te vallen. De prachtige juccuzzi bleek anderhalf uur nodig te hebben om tot het minimale waterniveau te komen.



Omdat we graag 2 aparte bedden wilden hadden ze een klein vouwbedje tussen de muur en het tweepersoonsbed gepropt en de kamer lag naast de liften. De kamer zat naast de trap naast de bar dus heel de avond heb je lawaai van mensen die van de bar naar de lift gaan. Kortom, we hebben wel eens een betere kamer gehad. Ze waren er ook nogal bang dat er iets gestolen werd want we moesten met een hele lijst in de hotelkamer kijken of het er allemaal wel was. Dit is ons meermalen op het hart gedrukt. Ik had al wel gehoord dat Nha Trang vol met Russische toeristen zit die zich niet allemaal even beschaafd gedragen. Wij hebben er geen wangedrag gezien, maar werden regelmatig in het Russisch aangesproken en menukaarten zijn ook vaak in het Vietnamees en Russisch. Er gaat een rechtstreekse vlucht, het is betaalbaar en Russen hebben geen visum nodig.

Het was inmiddels al tegen 10 uur en we moesten dringend iets eten. We zijn een stuk over de boulevard gaan lopen en in een van de eettentjes met seafood gaan zitten. We bestelden gegrilde gambas en gebakken rijst met seafood.


Voordat we naar bed gingen moesten we natuurlijk in het bubbelbad. Het werd geen lekker vol bad, want dat duurde veel te lang.


We hoeven dit ook geen tweede keer, maar het was wel leuk om eens in je hotelkamer met vet uitzicht in een bubbelbad te zitten. Om 00.45 uur lagen we op bed.

Zondag 25 juni: Nha trang

Om half 9 bleek er al veel op bij het ontbijt. De manager komt hier elke morgen vragen hoe het met je gaat en of alles naar wens is. We hebben subtiel laten weten dat we het wel jammer vonden dat het ontbijt al zo uitgedund was, maar dat werd beaamd met de mededeling dat dat wel vaker is om deze tijd. Hij was verder reuze vriendelijk en we hebben het maar zo gelaten. Hij wilde ons ook graag helpen met het boeken van een foodtour en hij heeft ons later in de lobby allerlei uitleg gegeven over het eten uit de streek.
We hadden zelf een foodtour gezien die maar €10 euro kostte. We kregen geen contact met de organisatie van de foodtour die we in eerste instantie uitgezocht hadden en de andere tours die we vonden leken ons minder interessant. Een aantal Vietnamese specialiteiten hebben we inmiddels zelf al ontdekt en dan is 75 euro voor een tour best veel geld vonden we. Het Lantern restaurant organiseert een foodtour te voet voor 200.000 dong (€10) per persoon en dat leek ons een prima alternatief. De hotelmedewerker was het er niet zo mee eens (krijgt vast commissie voor 1 van de andere tours), maar hij wilde het wel voor ons regelen. Hij liet ons ook nog even op een kaartje zien hoe we met bus 4 verschillende bezienswaardigheden konden bezoeken en daarmee was ons dagprogramma weer voor elkaar. We wilden 's middags ook nog wel even in zee  zwemmen, maar daar is het niet meer van gekomen.


We moesten vrij lang op de bus wachten en het was erg warm. Bij de erg mooie (maar ook dichte) kerk waar we uitstapten zou een erg goed bahm mi tentje zitten, maar die hebben we niet gevonden.


Het was eigenlijk te warm om veel te doen en we hadden allebei niet zo goed geslapen dus we besloten al snel maar rustig aan te doen vandaag. We dronken een watermeloensapje op een terras en omdat we geen eettentje in de buurt vonden aten we een paar lekkere broodjes bij de bakker bij de bushalte waar we de bus terug namen.


Terug in het hotel hebben we even gezwommen in het kleine zwembadje naast de hotelbar en toen was het alweer tijd voor de foodtour.  De tour was zeker voor dat geld prima, maar het eten was niet overal even goed vonden we. We vonden het wel heel erg leuk om met een local op pad te zijn en op plekken te komen en te eten waar je als tourist niet zomaar komt.  Een zaakje waar we aten stak er met kop en schouders bovenuit. Een vrouw maakte aan de lopende band fantastische loempia’s en de bekende seafood pancakes. Die krijg je bij ieder tourtje weer voor je neus en meestal zijn ze niet heel bijzonder. Deze waren echt fantastisch.





Ook het zoete dessert met gecondenseerde melk en banaan was erg lekker en zou ik uit mezelf nooit besteld hebben. De rest was niet heel bijzonder, maar het was erg leuk om gedaan te hebben. 
Na de foodtour boekten we een tour over het platteland voor morgen. ’s Avonds dronken we nog even een cocktail op een terrasje aan het strand waarbij we ontdekten dat hier venijnige muggetjes zitten.



We hebben vanmorgen ook een vlucht naar Da Nang geboekt (€150 voor samen) en een hotel in Hoi An. Het is best een luxe hotel en we hadden nogal een gelukje. Ik had 4 nachten geboekt voor 195 euro en toen ik er toch 5 nachten van wilde maken werd het gelijk 595 euro. Het bleek dus een best duur hotel te zijn wat we nu behoorlijk veel goedkoper hebben geboekt. Uiteraard hebben we het nu bij 4 nachten gehouden, maar we hebben inmiddels dus hoge verwachtingen.